I had fun!
woensdag 31 oktober 2007
You Were Meant For Singing
zondag 28 oktober 2007
Rest in Peace, Black Beauty
Smurf
1989 - 2007
1989 - 2007
Twee dagen voor ik naar Egypte ging kreeg Smurf een soort stroke, en sindsdien was ze niet meer dezelfde. Ze was in de war, vermagerde, at aarde en likte aan de muur. Ze kon ook niet goed meer zien. Verder was ze vrij rustig en ze leek geen pijn te hebben, dus we besloten om het nog maar even aan te kijken. Vanmorgen heeft ze een tweede beroerte gehad, die de hele linkerkant van haar lichaam verlamde. Ze lag op haar verlamde kant te kermen van de pijn, dus toen hebben we besloten dat het mooi was geweest. We hebben haar weggebracht en laten inslapen. Ze ligt nu in de tuin begraven, met deken en al.
Omdat ik vanochtend op een belachelijk uur thuiskwam (half 7, waarvan ik de voorgaande vijfentwintig uur wakker was geweest), was ik van plan om de hele middag in bed te blijven. Toen ik net een paar uur in bed lag sprong ik eruit toen ik hoorde dat het niet goed met Smurf ging. Ik heb na al het gedoe nog geprobeerd te slapen, maar ik heb in plaats daar van 4 uur zwetend wakker gelegen.
Vanaf m'n tweede is dat beest er al geweest. Ze is bijna net zo oud als ikzelf. Ik kan me niet herinneren hoe het zonder haar was. Het zal vanaf nu een raar gezicht zijn als ik thuiskom en de bank is leeg. Geen etensbakje meer in de keuken, geen kattenharen meer op de bank. Geen gejank meer midden in de nacht omdat ze aandacht wil. Je zou denken dat ik daar blij mee zou zijn, maar niets is minder waar. Ik ga het allemaal missen, stuk voor stuk.
Smurf,
I salute you.
woensdag 24 oktober 2007
zondag 21 oktober 2007
My Opened Door
Gisteravond struinden Z en ik over de vloer van de afterparty van de Cinekid Awards. De muziek was keihard, en totaal onverwachts werden wij aangesproken door deze man:

Philip Bergson.
Een Brit, woonachtig in Londen.
Een Brit, woonachtig in Londen.
Ik had geen flauw idee wie deze man was, maar doordat hij vroeg of wij in de filmbusiness zaten raakten we als snel in gesprek. 'Not yet' grapte ik. De man bleek een 'International Liaison' van oa. de BBC, en verscheidene film productiebedrijven. Dat houdt in dat hij alle filmfestivals over de wereld bijwoont, af en toe optreedt als jurylid, recensies schrijft, maar most importantly: Aanpapt met grote namen. HELE grote namen. Ook geeft hij lezingen en filmcolleges aan de universiteit van Praag.
We stonden daar een tijdje in elkaars oor te schreeuwen vanwege de harde muziek, en mijn hoofd begon te tollen toen ik besefte wat deze man voor mij zou kunnen betekenen. Dus ik vertelde hem dat ik nog een stage zocht. A bold move, maar ik moest het erop wagen. Hij gebaarde naar een tafeltje aan de rand van de zaal,
en schreeuwde: 'Shall we sit down? Let's see if we can find you a job!'
Dit waren zijn woorden. En ik was pumped with adrenaline. Hij zei al eerder: 'The secret to getting started in the
filmbusiness is you have to know someone. You have to have a door that can get you in.' Dus hij wist dondersgoed wat hij voor mij kon betekenen.
Hij pakte een blocnote en scheurde er een blaadje af die hij aan me gaf. Hij gaf me zijn kaartje, en ik gaf hem mijn gegevens. Hij schreef alles op waar ik van hield, alle muziek, films, boeken, regisseurs, schrijvers, filmcomponisten. Hij maakte een apart blaadje
voor mij met films die hij me aanraadde, en zelfs de volgorde waarin ik ze moest zien. Later zijn we nog naar een café gegaan om wat rustiger te kunnen praten. Deze man wist alles. Van Fellini tot Clouzot, tot Dassin, tot Bertolucci. Wat een verhalen had de man.
We hebben zo'n 3 uur gepraat over film en de wereld daaromheen, en over mijn school en wat ik zoal deed. Toen hij terug naar zijn hotel ging zei hij: 'I would invite you both to come to the Hilton and have some Jack Daniels if you like.' Maar dat aanbod sloegen we vriendelijk af, want het was al een paar uur past midnight.
'We'll stay in touch!', zei hij toen we afscheid namen.
Dit hoeft niks te zijn. Ik denk niet dat dit mijn carriere gaat lanceren of wat dan ook. Maar het is een begin. Ik ken deze man nu. Ik kan contact met hem opnemen als ik iets nodig heb. En hij is machtig, kent veel mensen, grote beroemde mensen. En om dit in m'n zak te hebben just in case, that feels so damn good.
We stonden daar een tijdje in elkaars oor te schreeuwen vanwege de harde muziek, en mijn hoofd begon te tollen toen ik besefte wat deze man voor mij zou kunnen betekenen. Dus ik vertelde hem dat ik nog een stage zocht. A bold move, maar ik moest het erop wagen. Hij gebaarde naar een tafeltje aan de rand van de zaal,
en schreeuwde: 'Shall we sit down? Let's see if we can find you a job!'
Dit waren zijn woorden. En ik was pumped with adrenaline. Hij zei al eerder: 'The secret to getting started in the
filmbusiness is you have to know someone. You have to have a door that can get you in.' Dus hij wist dondersgoed wat hij voor mij kon betekenen.
Hij pakte een blocnote en scheurde er een blaadje af die hij aan me gaf. Hij gaf me zijn kaartje, en ik gaf hem mijn gegevens. Hij schreef alles op waar ik van hield, alle muziek, films, boeken, regisseurs, schrijvers, filmcomponisten. Hij maakte een apart blaadje
voor mij met films die hij me aanraadde, en zelfs de volgorde waarin ik ze moest zien. Later zijn we nog naar een café gegaan om wat rustiger te kunnen praten. Deze man wist alles. Van Fellini tot Clouzot, tot Dassin, tot Bertolucci. Wat een verhalen had de man.
We hebben zo'n 3 uur gepraat over film en de wereld daaromheen, en over mijn school en wat ik zoal deed. Toen hij terug naar zijn hotel ging zei hij: 'I would invite you both to come to the Hilton and have some Jack Daniels if you like.' Maar dat aanbod sloegen we vriendelijk af, want het was al een paar uur past midnight.
'We'll stay in touch!', zei hij toen we afscheid namen.
Dit hoeft niks te zijn. Ik denk niet dat dit mijn carriere gaat lanceren of wat dan ook. Maar het is een begin. Ik ken deze man nu. Ik kan contact met hem opnemen als ik iets nodig heb. En hij is machtig, kent veel mensen, grote beroemde mensen. En om dit in m'n zak te hebben just in case, that feels so damn good.
woensdag 17 oktober 2007
Walk Like An Egyptian
Ik ben weer terug.
Terug van een life-altering vakantie. Het was ongelooflijk. Alles. Het hotel, de cultuur, de bezienswaardigheden.
Het hotel.
Het hotel was een luxe die eigenlijk niet aan mij besteed is. Denk aan Pankot Palace, het paleis uit Indiana Jones and the Temple of Doom, en je krijgt een idee. Levensgrote zuilen, gigantische schilderijen, en vloeren zo glimmend dat je ervan zou kunnen eten.
De lobby van het hotel.
Onze hotelkamer was zo schoon als de gootsteen van Monk, en de badkamer was gigantisch, met prachtig versierde tegels, met de hand gevuld met kleine mozaïekjes. We hadden een grote televisie met satellietontvangst. Dat was niet nodig geweest, want alle Egyptische zenders ondertitelen hun programma's. Drie filmkanalen, en twee kanalen met alleen maar grote tv-series als Friends, Frasier, CSI, Seinfeld, 24, etc. Alles in het Arabisch ondertiteld.
Linda, haar vriend Leo, en Ellen.
Het personeel zegt op alles: Yes sir, thank you sir!, en ze doen alles voor je. Ik moest erg wennen aan het all-inclusive principe. Eten en drinken wanneer je maar wilt, zoveel je maar wilt. Pizza, patat, hamburgers, cola, cocktails, etc. Aan het zwembad. Op je kamer. In het restaurant. Overal word je bediend. Je voelt je bijna schuldig dat je zovaak eet en drinkt. Je kon gewoon zelf je ijs opscheppen. Insanity, right?
Het buffet was ongelooflijk. Zowel bij het ontbijt als bij de lunch en het diner. Grote torens van fruit en brood, bakken vol rijst en pasta, honderden sauzen. Twee van mijn favoriete dingen in de wereld, kaneel en ananas, in overvloed! Het zat overal in! Teveel om op te noemen.
Het ontbijt was een waar festijn van scrambled eggs en French toast tot donuts en gebak. Je kent dat gevoel wel, als je bij de bakker bent, en je het liefst alle zoetigheid wil uitproberen. Die droom werd hier elke ochtend werkelijkheid. Er was simpelweg teveel om in 1 week uit te proberen zonder misselijk te worden. Het duurde een paar dagen voor ik het besefte, maar ik was in de hemel.
Breakfast of Champions: Mijn dagelijkse ontbijt.
De eerste dag hebben Jeroen en ik meteen excursies geboekt, naar Cairo, naar Luxor, en nog een jeepsafari door de woestijn, waar we een woestijndorpje bezochten. Enig minpuntje was dat deze excursies alleen mogelijk waren als we ze achter elkaar deden. Dat betekende dat we vrijdag om 16:00 uur vertrokken richting de woestijn, en om 23:00 uur weer in het hotel waren. Daarna om 00:35 uur met de nachtbus naar Cairo, waar we zaterdag om 09:00 uur aankwamen. Om 16:00 uur weer terug naar het hotel, waar we om 23:00 weer aankwamen. Dan, een paar uurtjes slapen, en zondagochtend om 05:45 uur weer in de bus naar Luxor. Het beloofde een zwaar weekend te worden. Maar oh zo cool.
Maar goed, let's not get ahead of ourselves. Eerst nog een paar dagen relaxen voor het vrijdag is.
Red Sea Snorkling Squad!
Donut-eyes.
Johnny De Mol.
Goed, genoeg gerelaxed. Tijd om op safari te gaan! Het is niet echt een safari eigenlijk, want je ziet geen dieren. Je gaat tegen zonsondergang met een jeep de woestijn in, en crosst over heuvels en door dalen. Dan stop je om naar de zonsondergang te kijken, en in de schemering gaan we weer verder. Op naar een naamloos woestijndorp, waar we door de inwoners ontvangen zullen worden met thee en een barbeque, en vervolgens met telescopen naar de sterrenhemel zullen kijken.
Off to the desert!
Waiting for the sun to go down.
(Linda, Leo, Ron, Ik en Jeroen)
Als dat geen mooie zonsondergang is...
Enge kinderen in de woestijn.
Op bezoek bij het lokale woestijngespuis.
Onze Britse gids Layla was een goede gids. Ze trekt al zo'n twintig jaar door de woestijn en wist veel over alle sterren te vertellen. Tip: Mocht je ooit bij nacht in een woestijn zijn, kijk eens omhoog. Je kunt je niet bevatten hoeveel sterren je ziet. Het was alsof ik in een planetarium zat. Adembenemend mooi.
Goed, leuke avond gehad. Weer terug naar het hotel, want nu ging mijn vakantie pas écht beginnen. Het was rond 23:00 uur, en over een paar uur zou ik met de nachtbus naar Cairo vertrekken. Nog wat gegeten en gedronken, en toen onze spullen gepakt. Ik ging alleen met Jeroen, want er was niet echt veel animo binnen onze groep. Toen onze bus vertrok ben ik vrijwel direct in slaap gevallen, wakker geworden, in slaap gevallen en toen ik weer wakker werd was het 09:00 uur en waren we bijna bij Cairo. Cairo is een vreemde stad. Druk, smerig en armoedig, maar het heeft toch z'n charme.

Deze man heeft dorst of wil zich wassen.
In beide gevallen is het Nijlwater niet aan te raden. Yuk.
Eerst bezochten we het Egyptisch Museum in het centrum, waar je geen foto's mocht maken. Een museum dat niet echt een museum lijkt. Het lijkt meer een opslagplaats voor zuilen, sarcofagen, beelden en sierraden die ooit door de oude Egyptenaren gemaakt zijn. Het hoogtepunt was het gouden masker van Toetanchamon, die ken je vast wel.
Dit is dus het masker.
Maar die foto is niet door mij gemaakt. Obviously.
Daarna geluncht op een bootrestaurant (/restaurantboot?) op de Nijl. Niks bijzonders, alleen een mede tafelgenoot smeet spaghetti op mijn beige broekspijp, waarna haar vriendje krom van het lachen lag.

Beauty, non?
Eindelijk, nu dan de pyramides. Ja, dat is toch wel hét aanzicht van Egypte. De pyramides die boven Cairo uitsteken, een prachtig gezicht. Maar van dichtbij denk je toch: Tja. Dat is het dan. Don't get me wrong, het was pretty damn cool om te zien. Onwerkelijk bijna, om het te kunnen aanraken. We zijn zelfs nog naar binnen geweest. 25 meter onder de grond in een gangetje iets hoger dan een meter. De lucht daarbinnen was zo vochtig dat ik halverwege een kleine paniekaanval kreeg omdat ik gewoon niet meer normaal kon ademen. Pretty intense.
Deze man verwelkomde mij bij de pyramides.
De Sphinx.
De ingang van één van de pyramides.
Dan weer naar het hotel. Ik had gedacht dat ik die rit van bijna 9 uur gewoon zou uitslapen, zoals ik op de heenweg deed, maar niets was minder waar. Het zou de zwaarste busrit ooit worden. Ik probeerde te slapen en te lezen en muziek te luisteren, maar het ging gewoon niet. Toen ik dan bijna in slaap viel besloot onze Egyptische maar Nederlandstalige gids een film op te zetten. Patch Adams, welteverstaan. In het DUITS. Deze man vertoont een Duits ingesproken film in een bus vol Nederlanders en Fransen. En hij stond ZO hard. Ik kon nu helemaal écht helemaal niks meer doen. Ik werd gedwongen om naar de film te kijken. Anyway, toen ik terugkwam was ik helemaal gebroken. Het leek wel of ik dagen in die bus zat. Jezus. Goed, douchen, een paar uurtjes slapen en dan om 05:00 uur weer op voor de volgende excursie: Luxor. Verzamelplaats van talloze tempels en graftombes.
Deze rit van vijf uur viel op zich mee en de gids was weliswaar Engelstalig maar in many ways superior aan die van Cairo. Dat was best wel een lul. De weg naar Luxor was nothing short of fascinating. In Hurghada, de zeer toeristische badplaats waar ik verbleef, was buiten het centrum alleen maar zand en woestijn. Het enige groen dat je zag waren de palmbomen. Na een tijdje door bergen van zand en hardened lava gereden te hebben, kwamen we dichter bij de Nijl, en opeens was alles groen. In een kwestie van minuten veranderde de kale woestijn in een Aziatisch ogende landbouwindustrie, met overal akkers en velden zover je kon kijken. Een ongelooflijk gezicht. We reden door het dorpje Qena, dat leeft van landbouw.


Wat ik hier zag was ik in al mijn reizen nog nooit tegengekomen. Kinderen van amper 4 jaar op blote voeten, met kleding met gaten erin en met vliegen op hun gezicht, die je om je benen vliegen als je de bus uitkomt. Hevig met hun handen gebarend en schreeuwend om eten. Oude mannetjes met lange baarden in gewaden die op ezels en kamelen de oogst verplaatsen. Ik was nu echt ver van huis. Ik had nog nooit zoiets gezien. Wat er in de wereld omgaat, alle politiek, alle technologische vooruitgang, ruimtevaart, internet, televisie, ontwikkeling. Deze mensen willen alleen maar hun voedsel verbouwen en voor hun gezin zorgen. Wat er buiten het dorp is maalt niet. Je gaat nadenken als je zoiets ziet. Een ware openbaring.
Druk kruispunt in het dorpje Qena.
Goed, Luxor! We begonnen bij Karnak. Je weet wel, die grote immense zuilen en obelisken, waar The Spy Who Loved Me is opgenomen. Waar Jaws die stenen op Roger Moore gooit. Good stuff. Anyway, daar waren we als eerst. Erg mooi en de gids vertelde er interessante verhalen bij, met name over de betekenis van de hiërogliefen.
Big-ass Temple.


Hier in Luxor is in het najaar van 1997 een terroristische aanslag gepleegd door moslimfundamentalisten, waarbij 62 mensen omkwamen. Hierdoor is de beveiliging zeer strak bij alle excursies. Op elke straathoek staan soldaten met een AK-47, en de tourbussen rijden in een konvooi, begeleid door de Egyptische politie.
Maar goed, daarna gingen we lunchen, en vervolgens naar The Valley of The Kings. (Ik kan ook Koningsvallei zeggen, maar in het Engels klinkt het zoveel cooler.) Hiervoor verlieten we het groene gedeelte van Luxor voor de zanderige kale bergen. Hier heersten waarschijnlijk de hoogste temperaturen die mijn schrille lijfje ooit verdragen heeft. In totaal 62 graftombes, en met een toegangskaartje mag je er 3 bezoeken. Ja, dat is nog eens afgezet worden. Onze gids raadde ons er 3 aan, en die waren dan ook prachtig.
Hier moest ik de taak van de gids overnemen,
om redenen die mij nog steeds onduidelijk zijn.

Helaas, we mochten in de tombes geen foto's maken. Ik kan wel vertellen dat het mij een groot raadsel is dat alle verf en wandtekeningen nog zó goed bewaard zijn gebleven na gemiddeld 4500 jaar in deze temperatuur. Verder, het was bijna niet te bevatten. Die vallei, met bijna een hondertal aan koninklijke graven, was zo gigantisch dat je het idee had dat je naar een filmset keek of wat dan ook. Of naar kunstbergen.



Toetanchamons graftombe,
zeer streng bewaakt door oude man met tulband.
De tempel van Queen Hatsepsut,
waar de terrorist shoot-out is geweest.
Hierna deden we nog een tochtje op de Nijl met zonsondergang, wat prachtige plaatjes op zou hebben geleverd, ware het niet dat de batterij van onze fotocamera leeg was. Ik kon nog wel wat filmen, dus ik heb daar maar een still van gemaakt.
Daar word je 'still' van he?
Als afsluiter gingen we naar een papyrus museum/galerij. Jeroen en ik waren al snel verveeld en hadden ontzettende honger, dus we verlieten de galerij en gingen de straat op. Ik werd aan mijn arm een steegje in getrokken door een ventje van een jaar of 10, die kennelijk met zijn opa etenswaren verkocht. Ach, ik had honger, dus ik deed maar een zak chips. 20 pond, zei hij. My ass, dacht ik, en ik gaf hem 10 pond, dat is ongeveer 1 euro 10. Shokran, shokran! Ik loop verder en wil de zak openmaken, als me opvalt dat hij echt heel erg bol staat. En alles stond in het Arabisch, en de foto op de zak liet los. Verder zat er prut op de achterkant. Ik dacht, nou ja, het moet dan maar, en maakte de zak open. POEF! Een kaaslucht die voor de gemiddelde Portugees dodelijk zou kunnen zijn ontdeed zich van de zak. Ik nam een chipje, en ging zowaar over mijn nek. Hungry as I may have been, het eten van die chips zou schadelijk zijn geweest voor mijn gezondheid.
Tja, toen weer terug naar het hotel, waar we voldaan aankwamen. We waren gebroken, maar blij. Ik had wel genoeg cultuur gezien. Ik had nog 2 dagen over, en die wilde ik doorbrengen dmv. eten, drinken, lezen en zwemmen.


Mijn moeder is bekeerd en woont nu in Egypte.
Time to go home. Unfortunately.
Het was een geweldige vakantie. Onbeschrijflijk eigenlijk.
Maar ik heb toch een poging gedaan.

Terug van een life-altering vakantie. Het was ongelooflijk. Alles. Het hotel, de cultuur, de bezienswaardigheden.
Het hotel was een luxe die eigenlijk niet aan mij besteed is. Denk aan Pankot Palace, het paleis uit Indiana Jones and the Temple of Doom, en je krijgt een idee. Levensgrote zuilen, gigantische schilderijen, en vloeren zo glimmend dat je ervan zou kunnen eten.
Onze hotelkamer was zo schoon als de gootsteen van Monk, en de badkamer was gigantisch, met prachtig versierde tegels, met de hand gevuld met kleine mozaïekjes. We hadden een grote televisie met satellietontvangst. Dat was niet nodig geweest, want alle Egyptische zenders ondertitelen hun programma's. Drie filmkanalen, en twee kanalen met alleen maar grote tv-series als Friends, Frasier, CSI, Seinfeld, 24, etc. Alles in het Arabisch ondertiteld.
Het personeel zegt op alles: Yes sir, thank you sir!, en ze doen alles voor je. Ik moest erg wennen aan het all-inclusive principe. Eten en drinken wanneer je maar wilt, zoveel je maar wilt. Pizza, patat, hamburgers, cola, cocktails, etc. Aan het zwembad. Op je kamer. In het restaurant. Overal word je bediend. Je voelt je bijna schuldig dat je zovaak eet en drinkt. Je kon gewoon zelf je ijs opscheppen. Insanity, right?
Het buffet was ongelooflijk. Zowel bij het ontbijt als bij de lunch en het diner. Grote torens van fruit en brood, bakken vol rijst en pasta, honderden sauzen. Twee van mijn favoriete dingen in de wereld, kaneel en ananas, in overvloed! Het zat overal in! Teveel om op te noemen.
Het ontbijt was een waar festijn van scrambled eggs en French toast tot donuts en gebak. Je kent dat gevoel wel, als je bij de bakker bent, en je het liefst alle zoetigheid wil uitproberen. Die droom werd hier elke ochtend werkelijkheid. Er was simpelweg teveel om in 1 week uit te proberen zonder misselijk te worden. Het duurde een paar dagen voor ik het besefte, maar ik was in de hemel.

De eerste dag hebben Jeroen en ik meteen excursies geboekt, naar Cairo, naar Luxor, en nog een jeepsafari door de woestijn, waar we een woestijndorpje bezochten. Enig minpuntje was dat deze excursies alleen mogelijk waren als we ze achter elkaar deden. Dat betekende dat we vrijdag om 16:00 uur vertrokken richting de woestijn, en om 23:00 uur weer in het hotel waren. Daarna om 00:35 uur met de nachtbus naar Cairo, waar we zaterdag om 09:00 uur aankwamen. Om 16:00 uur weer terug naar het hotel, waar we om 23:00 weer aankwamen. Dan, een paar uurtjes slapen, en zondagochtend om 05:45 uur weer in de bus naar Luxor. Het beloofde een zwaar weekend te worden. Maar oh zo cool.
Maar goed, let's not get ahead of ourselves. Eerst nog een paar dagen relaxen voor het vrijdag is.
Goed, genoeg gerelaxed. Tijd om op safari te gaan! Het is niet echt een safari eigenlijk, want je ziet geen dieren. Je gaat tegen zonsondergang met een jeep de woestijn in, en crosst over heuvels en door dalen. Dan stop je om naar de zonsondergang te kijken, en in de schemering gaan we weer verder. Op naar een naamloos woestijndorp, waar we door de inwoners ontvangen zullen worden met thee en een barbeque, en vervolgens met telescopen naar de sterrenhemel zullen kijken.
(Linda, Leo, Ron, Ik en Jeroen)
Onze Britse gids Layla was een goede gids. Ze trekt al zo'n twintig jaar door de woestijn en wist veel over alle sterren te vertellen. Tip: Mocht je ooit bij nacht in een woestijn zijn, kijk eens omhoog. Je kunt je niet bevatten hoeveel sterren je ziet. Het was alsof ik in een planetarium zat. Adembenemend mooi.
Goed, leuke avond gehad. Weer terug naar het hotel, want nu ging mijn vakantie pas écht beginnen. Het was rond 23:00 uur, en over een paar uur zou ik met de nachtbus naar Cairo vertrekken. Nog wat gegeten en gedronken, en toen onze spullen gepakt. Ik ging alleen met Jeroen, want er was niet echt veel animo binnen onze groep. Toen onze bus vertrok ben ik vrijwel direct in slaap gevallen, wakker geworden, in slaap gevallen en toen ik weer wakker werd was het 09:00 uur en waren we bijna bij Cairo. Cairo is een vreemde stad. Druk, smerig en armoedig, maar het heeft toch z'n charme.
In beide gevallen is het Nijlwater niet aan te raden. Yuk.
Eerst bezochten we het Egyptisch Museum in het centrum, waar je geen foto's mocht maken. Een museum dat niet echt een museum lijkt. Het lijkt meer een opslagplaats voor zuilen, sarcofagen, beelden en sierraden die ooit door de oude Egyptenaren gemaakt zijn. Het hoogtepunt was het gouden masker van Toetanchamon, die ken je vast wel.

Maar die foto is niet door mij gemaakt. Obviously.
Daarna geluncht op een bootrestaurant (/restaurantboot?) op de Nijl. Niks bijzonders, alleen een mede tafelgenoot smeet spaghetti op mijn beige broekspijp, waarna haar vriendje krom van het lachen lag.
Eindelijk, nu dan de pyramides. Ja, dat is toch wel hét aanzicht van Egypte. De pyramides die boven Cairo uitsteken, een prachtig gezicht. Maar van dichtbij denk je toch: Tja. Dat is het dan. Don't get me wrong, het was pretty damn cool om te zien. Onwerkelijk bijna, om het te kunnen aanraken. We zijn zelfs nog naar binnen geweest. 25 meter onder de grond in een gangetje iets hoger dan een meter. De lucht daarbinnen was zo vochtig dat ik halverwege een kleine paniekaanval kreeg omdat ik gewoon niet meer normaal kon ademen. Pretty intense.
Dan weer naar het hotel. Ik had gedacht dat ik die rit van bijna 9 uur gewoon zou uitslapen, zoals ik op de heenweg deed, maar niets was minder waar. Het zou de zwaarste busrit ooit worden. Ik probeerde te slapen en te lezen en muziek te luisteren, maar het ging gewoon niet. Toen ik dan bijna in slaap viel besloot onze Egyptische maar Nederlandstalige gids een film op te zetten. Patch Adams, welteverstaan. In het DUITS. Deze man vertoont een Duits ingesproken film in een bus vol Nederlanders en Fransen. En hij stond ZO hard. Ik kon nu helemaal écht helemaal niks meer doen. Ik werd gedwongen om naar de film te kijken. Anyway, toen ik terugkwam was ik helemaal gebroken. Het leek wel of ik dagen in die bus zat. Jezus. Goed, douchen, een paar uurtjes slapen en dan om 05:00 uur weer op voor de volgende excursie: Luxor. Verzamelplaats van talloze tempels en graftombes.
Deze rit van vijf uur viel op zich mee en de gids was weliswaar Engelstalig maar in many ways superior aan die van Cairo. Dat was best wel een lul. De weg naar Luxor was nothing short of fascinating. In Hurghada, de zeer toeristische badplaats waar ik verbleef, was buiten het centrum alleen maar zand en woestijn. Het enige groen dat je zag waren de palmbomen. Na een tijdje door bergen van zand en hardened lava gereden te hebben, kwamen we dichter bij de Nijl, en opeens was alles groen. In een kwestie van minuten veranderde de kale woestijn in een Aziatisch ogende landbouwindustrie, met overal akkers en velden zover je kon kijken. Een ongelooflijk gezicht. We reden door het dorpje Qena, dat leeft van landbouw.
Wat ik hier zag was ik in al mijn reizen nog nooit tegengekomen. Kinderen van amper 4 jaar op blote voeten, met kleding met gaten erin en met vliegen op hun gezicht, die je om je benen vliegen als je de bus uitkomt. Hevig met hun handen gebarend en schreeuwend om eten. Oude mannetjes met lange baarden in gewaden die op ezels en kamelen de oogst verplaatsen. Ik was nu echt ver van huis. Ik had nog nooit zoiets gezien. Wat er in de wereld omgaat, alle politiek, alle technologische vooruitgang, ruimtevaart, internet, televisie, ontwikkeling. Deze mensen willen alleen maar hun voedsel verbouwen en voor hun gezin zorgen. Wat er buiten het dorp is maalt niet. Je gaat nadenken als je zoiets ziet. Een ware openbaring.
Goed, Luxor! We begonnen bij Karnak. Je weet wel, die grote immense zuilen en obelisken, waar The Spy Who Loved Me is opgenomen. Waar Jaws die stenen op Roger Moore gooit. Good stuff. Anyway, daar waren we als eerst. Erg mooi en de gids vertelde er interessante verhalen bij, met name over de betekenis van de hiërogliefen.
Hier in Luxor is in het najaar van 1997 een terroristische aanslag gepleegd door moslimfundamentalisten, waarbij 62 mensen omkwamen. Hierdoor is de beveiliging zeer strak bij alle excursies. Op elke straathoek staan soldaten met een AK-47, en de tourbussen rijden in een konvooi, begeleid door de Egyptische politie.
Maar goed, daarna gingen we lunchen, en vervolgens naar The Valley of The Kings. (Ik kan ook Koningsvallei zeggen, maar in het Engels klinkt het zoveel cooler.) Hiervoor verlieten we het groene gedeelte van Luxor voor de zanderige kale bergen. Hier heersten waarschijnlijk de hoogste temperaturen die mijn schrille lijfje ooit verdragen heeft. In totaal 62 graftombes, en met een toegangskaartje mag je er 3 bezoeken. Ja, dat is nog eens afgezet worden. Onze gids raadde ons er 3 aan, en die waren dan ook prachtig.
om redenen die mij nog steeds onduidelijk zijn.
Helaas, we mochten in de tombes geen foto's maken. Ik kan wel vertellen dat het mij een groot raadsel is dat alle verf en wandtekeningen nog zó goed bewaard zijn gebleven na gemiddeld 4500 jaar in deze temperatuur. Verder, het was bijna niet te bevatten. Die vallei, met bijna een hondertal aan koninklijke graven, was zo gigantisch dat je het idee had dat je naar een filmset keek of wat dan ook. Of naar kunstbergen.
zeer streng bewaakt door oude man met tulband.
waar de terrorist shoot-out is geweest.
Hierna deden we nog een tochtje op de Nijl met zonsondergang, wat prachtige plaatjes op zou hebben geleverd, ware het niet dat de batterij van onze fotocamera leeg was. Ik kon nog wel wat filmen, dus ik heb daar maar een still van gemaakt.

Als afsluiter gingen we naar een papyrus museum/galerij. Jeroen en ik waren al snel verveeld en hadden ontzettende honger, dus we verlieten de galerij en gingen de straat op. Ik werd aan mijn arm een steegje in getrokken door een ventje van een jaar of 10, die kennelijk met zijn opa etenswaren verkocht. Ach, ik had honger, dus ik deed maar een zak chips. 20 pond, zei hij. My ass, dacht ik, en ik gaf hem 10 pond, dat is ongeveer 1 euro 10. Shokran, shokran! Ik loop verder en wil de zak openmaken, als me opvalt dat hij echt heel erg bol staat. En alles stond in het Arabisch, en de foto op de zak liet los. Verder zat er prut op de achterkant. Ik dacht, nou ja, het moet dan maar, en maakte de zak open. POEF! Een kaaslucht die voor de gemiddelde Portugees dodelijk zou kunnen zijn ontdeed zich van de zak. Ik nam een chipje, en ging zowaar over mijn nek. Hungry as I may have been, het eten van die chips zou schadelijk zijn geweest voor mijn gezondheid.
Tja, toen weer terug naar het hotel, waar we voldaan aankwamen. We waren gebroken, maar blij. Ik had wel genoeg cultuur gezien. Ik had nog 2 dagen over, en die wilde ik doorbrengen dmv. eten, drinken, lezen en zwemmen.
Het was een geweldige vakantie. Onbeschrijflijk eigenlijk.
Maar ik heb toch een poging gedaan.
vrijdag 5 oktober 2007
woensdag 3 oktober 2007
Abonneren op:
Posts (Atom)